Duitse rechtbank oordeelt over reproductie van songteksten door ChatGPT


Op 11 november 2025 sprak het Landgericht München I zich uit over een vraag die steeds centraler staat in het debat over auteursrecht en artificiële intelligentie: mag een AI-model zonder toestemming worden getraind op beschermde teksten? De zaak betrof negen Duitse liedteksten, waaronder de meezingklassieker “Atemlos durch die Nacht”, bekend van Helene Fischer. De vaststelling dat ChatGPT delen van deze werken kon reproduceren zonder dat daarvoor complexe prompts nodig waren, was voor de rechtbank doorslaggevend.
Eerste vaststelling: ook tijdens de training kan sprake zijn van reproductie
OpenAI stelde dat een taalmodel geen teksten opslaat, maar enkel statistische patronen leert. De rechtbank volgde dat niet. Wanneer een model in staat is om (nagenoeg) woordelijke passages van een beschermd werk opnieuw te genereren, moet volgens het Landgericht worden aangenomen dat het werk tijdens de training werd gereproduceerd.
Dat de gegenereerde passages lichte variaties kunnen bevatten door decodering of modelhallucinatie, doet daar volgens de rechtbank niets aan af. Het oordeel draait niet om de technische werking van het model, maar om het concrete resultaat: kan de AI een beschermd werk oproepen zonder ingewikkelde instructies? Zo ja, dan is er sprake van reproductie in de zin van het auteursrecht.
Tweede vaststelling: de output vormt een afzonderlijke reproductie én een openbaarmaking
Naast de training beoordeelde de rechtbank ook de output van het model. Wanneer ChatGPT op verzoek delen van de betrokken liedteksten genereerde, zag de rechtbank daarin zowel een nieuwe reproductie als een openbaarmaking.
De mogelijkheid voor elke gebruiker om op eenvoudige wijze toegang te krijgen tot (delen van) beschermde liedteksten volstaat om de gegenereerde tekst als een openbaarmaking te kwalificeren. Beide handelingen – opnieuw genereren en ter beschikking stellen – bestaan naast elkaar en leveren elk een afzonderlijke auteursrechtelijke inbreuk op.
Besluit: een duidelijk Europees signaal, maar nog geen eindpunt
Dit vonnis is een van de eerste Europese uitspraken waarin een rechter expliciet oordeelt over mogelijke auteursrechtelijke inbreuken door generatieve AI-modellen. De rechtbank schuift technische theorieën terzijde en focust op de feitelijke mogelijkheid tot reproductie.
Of dit oordeel standhoudt in hoger beroep, valt af te wachten. Wel staat vast dat het Europese auteursrecht de grenzen van wat AI-systemen mogen doen met beschermde content steeds scherper afbakent. In de Verenigde Staten woedt intussen een parallel debat, waarbij recente zaken zoals Thomson Reuters v. ROSS Intelligence en Bartz v. Anthropic onderzoeken of reproducties door AI-modellen onder “fair use” kunnen vallen.
Hoewel deze Duitse uitspraak een duidelijke richting aangeeft, is het te vroeg om te spreken van een definitieve Europese lijn. Zeker is dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is. Auteursrechtverenigingen juichen de uitspraak toe en willen hier navolging aan geven. OpenAI kondigde dan weer aan een beroepsprocedure te overwegen.

